De Duin- & Bollenstreek ziet aardewarmte als kans

De Duin- en Bollenstreek ziet aardewarmte als kans

Bestuurders, tuinders, horeca, woningbouw en andere geïnteresseerden bespreken de kansen en vervolgstappen van duurzame en lokale aardwarmte in Grand Hotel Huis ter Duin.
In Nederland gaan we van het aardgas af en zo veel mogelijk over op duurzame energie. In de Duin- en Bollenstreek is aardwarmte een duurzaam alternatief om huizen, gebouwen en kassen te verwarmen. Voor de productie van aardwarmte in Noordwijk is een SDE++ subsidie afgegeven. Daarmee is een volgende stap gezet om aardwarmte te kunnen leveren vanaf de winter 2026-2027. Dinsdag 16 mei 2023 kwamen gemeentebestuurders, toekomstige afnemers van aardwarmte, de initiatiefnemers van Aardwarmte Rijnland (Shell, D4 en Firan), en de Greenport Duin- en Bollenstreek samen in Huis ter Duin in Noordwijk. Ze bespraken de kansen van een warmtenet en de mogelijkheden van aardwarmte als duurzame, lokale bron voor verwarming van woonhuizen en bedrijfsgebouwen in de regio.

Een lokale warmtebron uit de bodem
Noordwijk ziet kans in een lokale bron van warmte. Op zo’n twee kilometer diepte zit warm water in de bodem. Het warme water zal door de aardwarmtebron naar boven gepompt en verwarmt water in het warmtenet. Daarna gaat het water afgekoeld terug de bodem in. Hier warmt het opnieuw op. Een onuitputtelijke bron van warmte dus. Bedrijven en bewoners uit nieuwe en bestaande wijken kunnen aansluiten op aardwarmte. “Tuinders zien aardwarmte als kans om niet meer afhankelijk te zijn van duur aardgas. Kassen zijn hiermee klaar voor de toekomst. En aardwarmte is altijd beschikbaar.” aldus Maarten Prins van Greenport Duin- en Bollenstreek. Dit jaar nog zullen de eerste bedrijven en tuinders zich definitief aansluiten bij een kopgroep van toekomstige afnemers.

Een stap dichterbij realisatie
In de afgelopen twee jaar heeft Aardwarmte Rijnland stappen gezet om aardwarmte voor de Duin- en Bollenstreek mogelijk te maken. De toekenning van de SDE++ subsidie aan het project door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat geeft het startschot voor de volgende fase naar realisatie. Met de subsidie wordt aardwarmte voor een eerlijke en stabiele prijs voor de hele regio haalbaar. De gemeenten in de Duin- en Bollenstreek besluiten in welke wijken aardwarmte als eerste beschikbaar komt en daarvoor een warmtebedrijf oprichten dat verantwoordelijk is voor het aanleggen van een warmtenet. Dit zijn belangrijke stappen om in 2025 te starten met de aanleg van de warmtebron en het warmtenet. Vanaf de winter 2026-2027 kunnen bewoners en bedrijven uit de regio overstappen op aardwarmte uit Noordwijk.

Voor grote en kleine warmtegebruikers
Aardwarmte is een kans voor iedereen die zijn of haar huis, gebouw, kas of bedrijf duurzaam wil verwarmen. Door de samenwerking met grote warmte afnemers in de regio komt aardwarmte ook in de naastgelegen woonwijken en voor kleinere bedrijven beschikbaar. Zo kan stap voor stap een warmtenet in de regio worden aangelegd.

Door samenwerking
Provincie Zuid-Holland, regio Holland Rijnland, gemeenten, bedrijven, bewoners en woningbouw in de regio werken nauw samen om het warmtenet te ontwerpen en aan te leggen. De gemeenten hebben hierin een regierol. Tijdens de bijeenkomst in Huis ter Duin gaven bestuurders van de gemeenten Noordwijk, Katwijk, Hillegom, Lisse, Teylingen, Oegstgeest en Leiden samen met o.a. Greenport Duin- en Bollentreek, bedrijven, vertegenwoordigers van VvE’s en woonstichting Stek het startschot voor de volgende fase om aardwarmte in de regio mogelijk te maken. Daarmee maakt de regio zich klaar voor de toekomst. Met warmte van hier.

Bescherming van drinkwater in Rijnland belangrijk

Bescherming van drinkwater in Rijnland belangrijk

25 november – In augustus hebben Shell en D4 een opsporingsvergunning van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat gekregen voor het opsporen en ontwikkelen van aardwarmte in het gebied ‘Rijnland’. Er zijn vragen over de bescherming van drinkwater gesteld. De opsporingsvergunning Rijnland overlapt deels met een waterwingebied en een grondwaterbeschermingsgebied. De huidige en toekomstige drinkwatervoorziening is van groot belang voor de regio. Shell en D4 onderschrijven dit belang.

Om de drinkwatervoorziening te beschermen gaan Shell en D4 daarom ook niet boren naar aardwarmte in deze gebieden. Voor de Rijnlandland opsporingsvergunning zijn Shell en D4 ook niet van plan om schuin onder deze gebieden te boren. Aardwarmte boringen in grondwaterbeschermingsgebieden zijn ook wettelijk verboden en worden aanvullend beschermd binnen het milieubeschermingsgebied voor grondwater zoals vastgelegd in de Provinciale milieuverordening (Pmv).

We staan met diverse belanghebbenden in contact over het belang van bescherming van drinkwater en staan open voor verdere overleggen over hoe we drinkwater in de opsporingsvergunning Rijnland beschermen.

Kijk hier voor andere veelgestelde vragen. Of neem contact op met Aardwarmte Rijnland via contact@aardwarmterijnland.nl.

Relevante en veelgestelde vragen:

Q. Hoe zijn de contouren van de opsporingsvergunning vastgesteld?

De opsporingsvergunning is gebaseerd op ondergronds potentieel, gemeentegrenzen en potentie op regionale warmte-infrastructuur. Het kan dus zijn dat de vergunningsaanvraag niet de gehele gemeente bestrijkt. De contour bestaat uit een aantal coördinaten, daardoor kan het zijn dat beschermde gebieden zoals b.v. waterwingebieden of natuurgebieden binnen de vergunning vallen. Uiteraard zal hier niet geboord worden. 

Q. Is er impact op drinkwater als gevolg van mogelijke aardwarmtewinning?

De winning van aardwarmte, mits veilig en verantwoord uitgevoerd, heeft geen impact op de drinkwatervoorzieningen. Daarnaast is het in Nederland niet toegestaan om in drinkwaterwingebieden naar aardwarmte te boren. Deze gebieden worden in Zuid-Holland aanvullend beschermd binnen het milieubeschermingsgebied voor grondwater zoals vastgelegd in de Provinciale milieuverordening (Pmv).

De huidige en toekomstige drinkwatervoorziening is van groot belang voor de regio. Wij onderschrijven dit belang. Om de drinkwatervoorziening te beschermen wordt daarom ook niet geboord naar aardwarmte in deze gebieden en ook niet schuin boren onder deze gebieden. Aardwarmte boringen in grondwaterbeschermingsgebieden zijn ook wettelijk verboden e

Q. Hoe wordt het grondwater beschermd?

Bij het boren van een aardwarmte put worden eerst conductoren geplaatst. Dit zijn grote stalen buizen van 50 tot 200 meter lang. Deze buizen zorgen ervoor dat er geen verstoring optreedt van de ondiepe waterlagen. Na de plaatsing van de conductor zal geboord worden met een boor en boorvloeistof. De conductor beschermt de ondiepere lagen. De put wordt vastgezet met cement zodat de kans dat water van de ene aardlaag in de andere aardlaag terechtkomt nihil is. Ook tijdens de productie wordt de put gemonitord en regelmatig gecontroleerd doormiddel van het meten van de dikte van de putwand en drukken.

Q. Dunea en de provincie Zuid-Holland hebben bezwaar ingediend tegen de verlening van de opsporingsvergunning omdat deze deels overlappen met een waterwingebied en grondwaterbeschermingsgebied. Wat heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat hiermee gedaan?

Dunea en de provincie Zuid-Holland hebben in september 2021 een bezwaar ingediend tegen de verlening van opsporingsvergunningen voor aardwarmte in de regio Holland Rijnland. De opsporingsgebieden beslaan deels waterwingebied en grondwaterbeschermingsgebied, terwijl mijnbouwactiviteiten in deze gebieden verboden zijn. Dunea en de provincie Zuid-Holland stelden dat de opsporingsvergunningen deze gebieden ook moet uitsluiten. 

Op 28 februari 2022 heeft hierover een hoorzitting plaatsgevonden. Shell en D4 hebben hier aangegeven dat de huidige en toekomstige drinkwatervoorziening van groot belang is voor de regio. Het is niet toegestaan om in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden te boren naar aardwarmte. Deze gebieden worden aanvullend beschermd binnen het milieubeschermingsgebied voor grondwater zoals vastgelegd in de Provinciale milieuverordening (Pmv). Shell en D4 zullen dus ook niet in deze gebieden boren naar aardwarmte. In de Rijnland opsporingsvergunning zijn Shell en D4 ook niet van plan om schuin onder deze gebieden te boren. 

Op 9 juni 2022 heeft het ministerie van Economische Zaken de bezwaren van de provincie Zuid-Holland en Dunea niet-ontvankelijk verklaard omdat de Rijnland opsporingsvergunning begrenst is op 500 meter diepte. Het grondwater bevindt zich in ondiepe aardlagen. De contouren van de opsporingsvergunning Rijnland worden daarom niet aangepast, maar boren in deze gebieden blijft niet toegestaan. En de bescherming van drinkwater blijft een prioriteit voor de regio. Shell en D4 staan en blijven met diverse belanghebbenden hierover in contact.

Aardwarmte opsporingsvergunning Rijnland verleend aan Shell en D4

Aardwarmte opsporingsvergunning Rijnland verleend aan Shell en D4

25 augustus 2021 – Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft aan Shell en D4 een opsporingsvergunning verleend voor het opsporen en ontwikkelen van aardwarmte in het gebied ‘Rijnland’. Hieronder vallen gemeenten in de regio Holland Rijnland en de gemeente Haarlemmermeer in Noord-Holland. Het komende jaar gaan Shell en D4 de potentie van aardwarmte in het vergunde gebied onderzoeken. Door de opsporing en productie van aardwarmte kunnen wij een bijdrage leveren aan het verduurzamen van de warmtevraag in de regio.  

Energietransitie in Holland Rijnland en Greenport Aalsmeer

De regio’s Holland Rijnland en Greenport Aalsmeer staan voor de opgave om hun energievoorziening te verduurzamen. Een groot deel van de energievraag in de regio gaat om warmte. In Holland Rijnland wordt bijna de helft van de energie gebruikt voor warmte, waarvan zo’n 85% voor de verwarming van huizen en bedrijven. De andere 15% is voor water uit de kraan. Om te verduurzamen is het nodig dat inwoners en bedrijven minder aardgas gebruiken door bijvoorbeeld hun huizen te isoleren en meer duurzame warmte te gebruiken voor verwarming in plaats van aardgas. De regio maakt dus een grote stap in de energietransitie als aardgas wordt vervangen door duurzame warmte voor de verwarming van de glastuinbouw en de gebouwde omgeving.

Warmterotonde Rijnland

Voor een deel van de huizen en gebouwen in de regio zal aansluiting op een warmtenet het meest geschikte en voordelige alternatief voor aardgas zijn. Infraspecialist Firan en de gemeenten in de Duin- en Bollenstreek onderzoeken daarom de haalbaarheid van een open, regionaal warmtesysteem: de Warmterotonde Rijnland. Met een open warmte-infrastructuur met onafhankelijk netbeheer ontstaat de mogelijkheid om verschillende leveranciers, bronnen en gebruikers regionaal te koppelen. Een open warmtenet zorgt voor een optimale inzet van duurzame bronnen tegen de laagste maatschappelijke kosten. 

In Greenport Aalsmeer onderzoeken D4, Firan, Glastuinbouw Nederland en Greenport Aalsmeer of via de warmterotonde ook de glastuinbouwsector van duurzame warmte voorzien kan worden. De coördinatie hiervan ligt bij Greenport Aalsmeer. 

De rol van aardwarmte

Een warmtenet kan gevoed worden door lokale warmtebronnen, zoals aquathermie of zonthermie. Deze warmtebronnen zijn echter niet overal aanwezig. Er zijn ook andere bronnen nodig om het warmtenet te voorzien van voldoende warmte. Aardwarmte is duurzame warmte uit de bodem en kan warmtenetten ook op regionale schaal voeden. Met één aardwarmtebron kunnen zo’n 5.000 woningen verwarmd worden. 

Aardwarmteproject Rijnland

Shell en D4 zien in het aangevraagde vergunningsgebied mogelijk aardwarmtepotentieel voor ruim 200 megawatt thermische energie (MWth). Hiermee kan in een groot deel van de warmtevraag in Holland Rijnland en Greenport Aalsmeer worden voorzien. Daarom dienden Shell en D4 begin vorig jaar een aanvraag in bij het ministerie van Economische Zaken om de potentie van aardwarmte in dit gebied te onderzoeken. Deze aanvraag is door diverse experts beoordeeld: TNO, Staatstoezicht op de Mijnen (SodM), de Mijnraad, het waterschap, de provincie, gemeenten en het drinkwaterbedrijf. Zij namen daarin veiligheidsaspecten en gevolgen voor het milieu en de omgeving mee. Na zorgvuldige afweging heeft het ministerie een opsporingsvergunning verleend aan Shell en D4 voor het gebied ‘Rijnland’. Het opsporingsvergunningsgebied ligt in de gemeenten Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen en Haarlemmermeer. De vergunning is geldig voor zes jaar.

Vervolgstappen

Nu Shell en D4 een opsporingsvergunning hebben, gaan zij de volgende stap zetten in de ontwikkeling van aardwarmte. Dat begint met een haalbaarheidsonderzoek naar een geschikte startlocatie: een locatie waar begonnen kan worden met de ontwikkeling van aardwarmte en de warmte-infrastructuur. Hiervoor trekken we samen op met infraspecialist Firan en de gemeenten. Samen gaan we in gesprek met de omgeving. Voor de startlocatie brengen Shell en D4 de ondergrond uitgebreid in kaart en onderzoeken zij aspecten als veiligheid grondig. Pas als dat gedaan is, volgen de vergunningenprocedures. Vanaf de eerste onderzoeken gaan meestal enkele jaren voorbij voordat er een aardwarmte-installatie wordt gebouwd. Tussentijds gaan de betrokken partijen uiteraard in gesprek met de omgeving.

D4 en Shell willen samen Nederlandse aardwarmte ontwikkelen

D4 en Shell willen samen Nederlandse aardwarmte ontwikkelen

Partijen vragen opsporingsvergunning aan om te zoeken naar aardwarmte in de regio Rijnland.

D4 en Shell hebben een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning aardwarmte in de regio Rijnland.

 In samenwerking met Firan willen D4 en Shell de warmtetransitie in de regio’s Holland Rijnland en Greenport Aalsmeer in de gebouwde omgeving en glastuinbouwsector versnellen. Door samen met warmte-afnemers, partijen en overheden het aardwarmtepotentieel en de mogelijkheden voor het ontwikkelen van een open en publiek warmtenet te onderzoeken, jagen wij de transitie van aardgas naar duurzame warmte aan. 

In de regio’s Holland Rijnland en Greenport Aalsmeer hebben Firan en D4 het initiatief genomen voor de ontwikkeling van (warmte-) infrastructuur in samenwerking met betrokken gemeenten, producenten en afnemers van warmte. Aardwarmte biedt hier mogelijk potentie om de brede warmtevraag van de tuinbouw en gebouwde omgeving te verduurzamen. Het onderzoek bestaat onder andere uit het in kaart brengen van de aardwarmtepotentie in de ondergrond en uit een onderzoek of er een nieuwe aanvullende warmte-infrastructuur nodig is. Hiervoor hebben D4 en Shell een aanvraag voor een opsporingsvergunning ingediend bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Daarnaast wordt de warmtebehoefte met mogelijke afnemers geïnventariseerd en wordt onderzocht of lokaal warmte aanbod uit de glastuinbouwsector benut kan worden,

De aangevraagde opsporingsvergunning ligt in de gemeenten Katwijk, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, Lisse, Leiden, Leiderdorp, Hillegom, Kaag en Braassem en de gemeente Haarlemmermeer. 

Het ministerie van EZK beslist over het verlenen van de opsporingsvergunning. Hiervoor wordt advies ingewonnen bij SodM, TNO, de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland, die weer advies bij de betreffende gemeenten en het waterschap kunnen vragen. Indien de opsporingsvergunning aan D4 en Shell wordt verleend, starten zij met het in kaart brengen van het aardwarmtepotentieel per gemeente. Tegelijkertijd zullen D4 en Firan het warmtenet ontwikkelen.