Op zo’n 2 kilometer diepte zit warm water in de bodem. Dat warme water wordt naar boven gepompt en verwarmt -via een warmtewisselaar- water in het warmtenet. Daarna wordt het water via een andere put terug gepompt naar dezelfde diepte in de bodem. Hier warmt het water opnieuw op. Een onuitputtelijke bron van warmte dus.
Hoe dieper het water in de bodem zit, hoe warmer het water is. De temperatuur van het water en de hoeveelheid water die wordt opgepompt bepaalt hoeveel bedrijven en woonwijken verwarmd kunnen worden.
Een aardwarmtebron is ongeveer zo groot als een voetbalveld. Een aardwarmtebron bestaat uit een terrein met twee putten. In één put wordt warm water van 2 kilometer diepte uit de bodem opgepompt. En in één put wordt het afgekoelde water weer terug naar 2 kilometer diepte gepompt. Het warme water uit de bodem gaat door een leiding naar een gebouw waar de warmte via een warmtewisselaar wordt overgedragen op het warmtenet. Op de locatie komt ook een buffervat waar warm water uit het warmtenet wordt opgeslagen. Een soort van grote thermoskan.
Benieuwd waar onze aardwarmtebron komt?
De aanleg van een aardwarmtebron duurt ongeveer 3 tot 6 maanden. Er worden twee putten geboord tot aan de aardlaag op 2 kilometer diepte waar het warmte water in de bodem zit. Vervolgens wordt het gebouw met de warmtewisselaar en de aansluiting op het warmtenet gebouwd.
Het warmtenet wordt aangelegd door twee geïsoleerde leidingen op ongeveer 1 meter diepte in de bodem aan te leggen. Door de ene leiding stroomt warm water vanaf de aardwarmtebron naar bedrijven en woonwijken. Door de andere leiding stroomt afgekoeld water terug naar de warmtewisselaar bij de aardwarmtebron.
Een aardwarmtebron heeft als voordeel dat het energieaanbod onafhankelijk is van externe factoren zoals weersomstandigheden (wind, zon, etc.) Daardoor is de betrouwbaarheid en stabiliteit van een aardwarmtebron hoog. Er kunnen momenten zijn dat er onderhoud wordt gepleegd aan het aardwarmteproject waardoor er geen warmte kan worden geleverd. De warmtelevering zal dan, op een alternatieve manier gewoon doorgaan. In deze wijken komt een warmtenet, zodat je kunt overstappen op aardwarmte.
Geothermie wordt beschouwd als een van de meest duurzame vormen van warmteproductie. Aardwarmte is op meerdere manieren een duurzame bron van energie. Ten eerste is de voorraad die in de aardkorst zit nagenoeg onuitputtelijk. Door natuurlijke processen in de kern van de aarde is het water herbruikbaar (want het wordt steeds opnieuw opgewarmd). Wel zal de temperatuur van de hete grondlagen door de productie van aardwarmte over een termijn van enkele tientallen jaren lokaal afnemen. Deze daling zal zich weer herstellen als de aardwarmteproductie stopt. Ten tweede komt bij de productie van aardwarmte nauwelijks CO2 vrij.
De aardwarmtewinnings-installatie bevindt zich op een afgesloten terrein. Hierop staat een gebouw voor de installaties zoals pompen en filters, ruimten voor opslag en een kantoor. Vanuit de omgevingswet is de aardwarmte-ontwikkelaar verplicht om te zorgen voor een goede landschappelijke inpassing van het terrein en de gebouwen. Op het terrein waar een aardwarmte installatie staat bevinden zich: